Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Caph.] [67]Want de Heere zal niet verstoten in eeuwigheid. 67. De zin is: Ofschoon God de Heere somtijds een tijdlang zijne goedertierenheid zijnen kinderen schijnt te onttrekken, nochtans zal zulks niet altijd duren. Zie 1 Kor.10:13. Zie dergelijke spreuken Ps.30:6, en Ps.73:24, en Ps.126:5,6, en Ps.130:7, en Ps.135:14; Jes.27:6,7,8, en Jes.54:7,8; Jer.10:24, en Jer.30:11, en Jer.46:28; Hab.3:2; 2 Kor.4:17; 1 Petr.1:6.